‘Onze scholing geeft docenten de juiste tools’
Projectleider Philo Logister
Philo Logister is projectleider van het deelproject Professionalisering docenten binnen de Basisscholing Palliatieve Zorg. Een programma met een ambitieus doel: alle mbo-, hbo-, wo (+)-opleidingen en bij- en nascholingen moeten in de toekomst beschikken over professionele en deskundige docenten. Aan het eind van het jaar moeten 480 docenten zijn geschoold. Philo praat ons bij.
Philo Logister is seniordocent Verpleegkunde bij de Hogeschool Zuyd. Ze werkte als opleidingsmanager aan de Academie Verpleegkunde toen ze werd gevraagd projectleider te worden voor Basisscholing Palliatieve Zorg. Het verbaasde haar niet. ‘In de periode waarin ik werd gevraagd als projectleider, merkte ik al een tijdje dat er behoefte was aan extra scholing’, vertelt Philo. ‘Hogeschool Zuyd geeft al jarenlang onderwijs op het gebied van palliatieve zorg en we hebben daarin veel expertise opgebouwd. In Limburg zijn we een belangrijke partner, ook voor het consortium palliatieve zorg, waarin ik destijds werkzaam was. Ik wilde weer lesgeven en ben daarom gestopt als opleidingsmanager. De timing was dus perfect: bij het programma Basisscholing Palliatieve Zorg kwam al mijn ervaring mooi samen.’
Didactische vaardigheden en meer kennis over palliatieve zorg
Het team van Philo stelde een projectplan op en ging aan de slag. ‘We zorgden voor een stevige basis, door expertises van verschillende mensen in te zetten. Vervolgens brachten we de vraag uit het veld in kaart en kwamen we tot de conclusie dat we drie scholingen moesten ontwikkelen:
- een voor docenten in het mbo- en hbo,
- een voor gastdocenten in het mbo- en hbo-scholing en
- een voor professionals die onderwijs geven op het wo(+).
De eerste groep bestaat uit docenten die lesgeven op het mbo of hbo en die didactisch onderlegd zijn en nog niet zoveel weten over palliatieve zorg of willen leren hoe ze palliatieve zorg in hun onderwijs kunnen integreren. De gastdocenten werken in de praktijk en geven daarnaast les. Zij hebben de kennis over palliatieve zorg wel, maar missen expertise op didactisch vlak. Daarbij zijn ze vooral op zoek naar onderwijsmaterialen en -vormen, waarmee ze hun lessen kunnen verrijken.
Bij de groep wo(+) kun je denken aan onder meer artsen, verpleegkundig specialisten en specialisten ouderengeneeskunde. Zij gaven aan op beide terreinen te willen bijleren: zowel meer kennis opdoen over palliatieve zorg als didactische vaardigheden leren. En ook zij zijn op zoek naar manieren en materialen om hun lessen te verrijken.’
‘Na het in kaart brengen van de wensen, onderzochten we het bestaande onderwijsmateriaal en stelden spelregels op met eisen waaraan kwalitatief goed onderwijs zou moet voldoen. Het materiaal is beoordeeld, waar nodig aangepast en voor wo(+) ontwikkelden we volledig nieuw materiaal. De meeste aanpassingen deden we in de lesstof over de communicatie van de zorgverlener naar de patient. Docenten merkten in hun lessen dat zorgverleners die wel kennis hebben over palliatieve zorg, graag willen leren hoe ze die kennis toepassen. Wanneer voer je een gesprek met de patiënt en hoe doe je dat? Met name op dat vlak is er veel vraag naar handvatten en dat is een van de speerpunten die we aan de docenten meegeven.’
Wisselwerking tussen deelnemers
Het programma heeft als doel 480 docenten bij te scholen. Philo: ‘We hebben er ondertussen bijna tweehonderd geschoold. Voor de gastdocenten hebben we extra scholingen ingezet, want daar is heel veel vraag naar. De wo(+)-scholingen lopen wat langzamer vol. Ik denk dat dat komt omdat die doelgroep over veel kennis beschikt en daarom denkt de scholing niet nodig te hebben. Ik ben zelf aanwezig geweest bij de allereerste wo(+)-scholing en daar bleek het tegendeel waar. Het is in feite een train-the-trainer, het gaat om kennisdeling en het uitwisselen daarvan. De wisselwerking tussen huisartsen, verpleegkundig specialisten en physician assistants vond ik heel mooi om te zien. Zij deelden en bespraken onderwijsmateriaal en leerden elkaar beter kennen. En dat is erg waardevol, omdat de deelnemers allemaal uit dezelfde regio komen.’
‘Ondertussen evalueren we de scholing continu, ook nu nog. Zo controleren we of de scholing nog steeds aansluit bij de behoefte. Die behoefte ligt vooral in zelfkennis vergroten en het krijgen van materiaal. In de scholing worden veel tools en materialen aangereikt, zodat docenten het wiel niet zelf hoeven uit te vinden. Want als je op internet gaat zoeken naar materialen die je in jouw les kunt inzetten, kom je terecht in een oerwoud van informatie. Niet alles is actueel en niet alles is kwalitatief goed. Een uitzondering vormt het Onderwijsplatform Palliatieve Zorg op Palliaweb, maar dat wordt helaas nog niet door iedereen gevonden. Onze scholing zorgt ervoor dat je over de juiste tools beschikt.
Daarnaast is er ook vraag naar handvatten voor verschillende werkvormen en hoe je lesgeeft. Vergeet niet dat veel studenten via stages al eens in aanraking zijn geweest met palliatieve zorg. Ze krijgen te maken met kwetsbare mensen of mensen die komen te overlijden en willen daarin worden onderwezen. Hoe doe je dat op een toegankelijke manier aan jongeren van achttien jaar? We horen dat docenten het heel fijn vinden daarin te worden geschoold.’
Voortrekkersrol
Philo heeft er vertrouwen in dat het einddoel wordt behaald. ‘Zeker. Maar als we alle 480 docenten hebben geschoold, is dat wat mij betreft niet het einde. Al die docenten hebben weer collega’s en eigen netwerken. Daarin kunnen ze zelf een voortrekkersrol spelen en zorgen dat het onderwijs op zoveel mogelijk plekken wordt geïmplementeerd. Ook dat geven we mee in de scholing.’
Meer informatie over de docentscholingen
Meer informatie over de docentscholingen vindt u op deze pagina.
Contact
Programma Scholing Palliatieve Zorg
Amsterdam UMC, locatie VUmc, Van der Boechorststraat 7
1081 BT Amsterdam / Postbus 7057 1007 MB Amsterdam