Maak kennis met de Adviesraad:

Kris Vissers: Pionier in palliatieve zorg

Maak kennis met de Adviesraad:

Kris Vissers: Pionier in palliatieve zorg

Scholing Palliatieve Zorg is een programma waarbij veel partijen zijn betrokken. Een belangrijke partner is onze adviesraad, die inhoudelijke beslissingen neemt en richting geeft aan de projecten. De raad bestaat uit experts uit verschillende vakgebieden en in deze serie stellen we ze aan u voor. Dit keer spreken we met prof. dr. Kris Vissers, voorzitter van het Landelijk Expertisecentrum Palliatieve Zorg (EPZ), anesthesioloog-pijnspecialist – consulent palliatieve zorg en hoogleraar pijn en palliatieve geneeskunde aan het Radboudumc.

Voor Kris Vissers is palliatieve zorg een roeping die al op de middelbare school in Antwerpen ontstond. ‘Ik was dertien toen een buurjongen die naast me in de klas zat een hersentumor kreeg’, vertelt Vissers. ‘Zijn ouders hadden geen idee hoe hij begeleid moest worden. Ze wisten niet dat hun zoon blind zou worden en zou gaan sterven. En ik zag dat allemaal gebeuren… Regelmatig kwam ik bij ze thuis om huiswerk te brengen, omdat we dachten dat hij nog terug zou komen. Dat was natuurlijk niet zo. We wisten niet wat er zou gaan gebeuren.’

Van pijnbehandeling naar palliatieve zorg

Deze buurjongen en nog enkele andere sterfgevallen, zorgden ervoor dat Kris geneeskunde wilde gaan studeren. ‘Toen moest ik nog uitzoeken via welk vakgebied ik de palliatieve zorg zou kunnen benaderen. Dat was niet eenvoudig, want in België en Nederland bestond nog geen structurele opleiding. Er waren wel heel bevlogen pioniers zoals Bart van den Eynden, Wouter Zuurmond, Ben Crul en Stans Verhagen. Heel pragmatisch heb ik toen gekozen voor de anesthesie-opleiding, omdat die erg praktisch is en veel over kwaliteit van leven gaat. Via anesthesie ben ik pijnspecialist geworden en hield ik me veel bezig met pijn bij kanker. In die hoedanigheid heb ik kunnen deelnemen aan de allereerste cursus palliatieve zorg in België aan de Universiteit van Antwerpen van professor Bart van den Eynden. En vanaf dat moment is de bal gaan rollen.’

Tussen 1994 en 2005 werkte Vissers in het ziekenhuis in Oost-Limburg in België, waar hij het eerste multidisciplinaire pijncentrum oprichtte, gevolgd door een palliatieve unit. ‘In die tijd was dat best pionieren’, herinnert Vissers zich. ‘Maar ik had veel mensen om me heen die zich ook op die manier met palliatieve zorg bezighielden. Zo volgde ik een opleiding in pijngeneeskunde bij professor Ben Crul in Nijmegen, bij uitstek een pionier voor kankerpijn en palliatieve zorg. Toen hij tien jaar later met pensioen ging, heeft hij samen met de Nederlandse oncoloog professor Pieter De Mulder de leerstoel palliatieve zorg in het leven geroepen. Daar hebben ze mij voor uitgenodigd.’

Eerste hoogleraar palliatieve zorg

Zo werd Vissers de eerste hoogleraar palliatieve geneeskunde in Nederland. ‘Ondertussen is de kennis van palliatieve zorg en hoe je complexe symptomen kan op vangen, enorm gegroeid. En we zien ook dat velen om ons heen proactief aan de slag gaan. De zeven Expertisecentra Palliatieve Zorg hebben daar in hoge mate aan bijgedragen. In ieder expertisecentrum is nu een hoogleraar en samen hebben we een uitgebreide research-agenda opgesteld. Vanuit die agenda zijn we nu enorm veel kennis aan het opbouwen. Op die manier wordt de palliatieve zorg ook echt een vakgebied, wat het nu nog niet is. We hebben immers grote nood aan een specialist in palliatieve zorg die vanuit verschillende vakgebieden kan aanvliegen. Als die er komt, zal dat weer een heel belangrijke stap zijn. Voor de ondersteuning van de generalistische zorgverleners in de palliatieve zorg en de toenemende complexiteit van zorg is dit heel belangrijk.’

‘In de tussentijd werken met z`n allen nog steeds hard aan het bevorderen van goede palliatieve zorg. Niet alleen door onderzoek, maar ook door het uitbouwen van beter en deskundig onderwijs. Met name dat laatste behoeft nog veel aandacht. De Scholing Palliatieve Zorg en het project O2PZ dragen hier veel aan bij. Vanuit de EPZ geven we veel aandacht aan gedegen onderwijs. Al in 2006 hebben we aan de bel getrokken bij KWF. Destijds was de organisatie er vooral op gericht onderzoek te doen naar oorzaak en gevolgen van kanker. Curatieve zorg van kanker was belangrijker dan kwaliteit van zorg en leven en mogelijk sterven. En dat snap ik ook wel, als je missie is om kanker de wereld uit te helpen.

Maar de realiteit is dat de meeste mensen toch gewoon aan kanker overlijden. Wij stelden toen al voor een subsidie te geven om het onderwijs in palliatieve zorg bij kanker te verbeteren. Uiteindelijk heeft KWF een commissie palliatieve zorg opgericht en daardoor is de bal aan het rollen gegaan. Dit is iets om heel trots op te zijn, maar ook heel dankbaar. Het is een grote stap, omdat men deze vorm van praktisch onderzoek gericht op de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs niet gewend was. KWF steekt hiermee zijn nek uit en dat vind ik bewonderenswaardig. Met hun bijdrage kunnen we 3.500 professionals zo goed als gratis opleiden en hiervan leren voor de toekomst. En we hopen natuurlijk dat het een soort van inktvlek wordt, waardoor iedereen enthousiast wordt.’

Is het wel uitvoerbaar?

Vissers neemt zijn taak in de Adviesraad uitermate serieus: ‘Ik beoordeel alle stukken die de werkgroepen en de commissies maken. Daarbij kijk ik vooral of iets implementeerbaar is en vooral of de patiënt en zijn mantelzorger er iets aan hebben. Ik ben in mijn dagelijkse werk voorzitter van een expertisecentrum en geef onderwijs aan de medische faculteit en daarbuiten. Bij het lezen van de stukken is mijn eerste gedachte: is dit uitvoerbaar? Bereikt dit de professional? En krijg je die dan ook op een nieuw kennisniveau? Ik ga niet in detail een tekst uitpluizen, maar ik geef wel veel en diepgaand commentaar op alles wat me wordt voorgelegd.’

Daar houdt het niet op voor Vissers. Hij blijft lobbyen. ‘Ik probeer nu het hele palliatieve team van het Radboud en medewerkers van andere zorg- en onderwijsinstellingen van ons consortium Palzo te motiveren les te gaan geven aan anderen. Zo probeer ik bij te dragen aan de werving van nieuwe deskundige docenten. Dat lukt vrij goed, want wij zijn de eerste die met de training beginnen. Professionals zover krijgen de scholing te volgen, is niet altijd makkelijk. Velen van hen zeggen dan dat ze al veel over palliatieve zorg weten. En dan ben ik maar weer de kritische luis in de pels en vraag ze of dat ook blijkt uit de kwaliteit van hun patiëntenzorg. Dan gaat men toch vaak twijfelen.’

“Zorginstellingen streven ernaar dat al hun professionals deskundig opgeleid zijn en het kwaliteitskader palliatieve zorg volgen, en zorgverleners willen dat ook. De basisscholing is dan ook een antwoord op een belangrijke behoefte uit het werkveld.”
Kris Vissers
Adviesraadlid Scholing Palliatieve Zorg

Hoe nu verder?

Over wat er gebeurt als de subsidie stopt, maakt Vissers zich wel zorgen. ‘Het is niet zo moeilijk te starten als je geld ontvangt van een subsidiegever. Maar daarna… Daarom moeten de medische faculteiten, NFU, hogescholen, ROC ’s, wetenschappelijke verenigingen, zorgverzekeraars en alle onderwijsaanbieders hun schouders eronder zetten en beloven dit jarenlang te gaan doen voor een haalbare prijs. Het proces om dit thema op de nationale agenda van de onderwijsinstituten te krijgen is een behoorlijke kluif. Vooral omdat de instellingen maar blijven zeggen dat ze ook onderwijs moeten geven over tien andere dingen en er geen ruimte is voor palliatieve zorgonderwijs. Dat lijkt me in het zicht van IZA geen wijze visie. Wij moeten blijven benadrukken dat palliatieve zorg de geneeskunde en de zorg terugzet in het juiste realistische perspectief en dus óók boven al die tien andere belangrijke thema’s. Dat is iets voor de nieuwe minister van volkgezondheid!’

Maar ook de zorginstellingen zijn aan zet, vindt Vissers. ‘Zij moeten ervoor zorgen dat al hun professionals deskundig opgeleid zijn en het kwaliteitskader palliatieve zorg volgen. Heel veel verpleegkundigen en verzorgenden willen dat ook. Ze zijn vaak op zoek naar onderwijs, maar kunnen dat niet volgen, omdat er geen budget voor is. Dat is natuurlijk onzin, want goed opgeleid personeel werkt efficiënter en verdient zichzelf ruim terug.’

 

Auteur: Kirsten Karmiggelt

Logo KWF

Contact

Programma Scholing Palliatieve Zorg
Amsterdam UMC, locatie VUmc, Van der Boechorststraat 7
1081 BT Amsterdam  / Postbus 7057 1007 MB Amsterdam